Ingrediënten (4p)

  • 400 g geroosterde rode puntpaprika (ongeveer 800 g rauw)
  • 0,5 g komijnpoeder
  • 0,5 g Aleppo-peper
  • 2 g knoflook
  • 18 g olijfolie
  • 30 g granaatappelmelasse
  • 60 g tahini
  • 16 g panko
  • 60 g walnoten
    Voor de garnering
  • 1/4 bosje peterselie
  • 20 g geroosterde walnoten

over Muhammara

Die rode! Dat betekent letterlijk muhammara: “hamra” is het woord voor rood in het Arabisch. En dat is precies wat het is, een donkerrode dip met paprika, walnoot en granaatappelmelasse. Het komt uit het hele Levant: Turkije, Armenië, Syrië, Palestina en Libanon: overal maken ze het. Soms gemaakt met verse pepers, maar ook met (Turkse of Armeense) pepersaus. Onze versie is lekker licht met verse pepers, volgens het recept van een van onze chefs, Hosam. Ook een vaste gast aan de mezze-tafel.

Hoe maak je het?

  1. Verwarm de oven voor op 200°C. Rooster de puntpaprika’s totdat ze gaar en zwartgeblakerd zijn, ongeveer 15 minuten. Laat afkoelen en verwijder de schil en zaadjes.
  2. Pureer de paprika’s in een keukenmachine met zout, Aleppo-peper, komijnpoeder, granaatappelmelasse en tahini. Meng de panko en walnoten erbij. Maal kort, zodat de walnoten grof blijven.
  3. Snijd de peterselie fijn. Rooster de 20 g walnoten 2 minuten in een droge koekenpan. Hak ze grof. Leg de Muhammara op een bord, garneer met de walnoten, peterselie, zwarte sesamzaadjes en besprenkel met olijfolie.

Share this recipe